(Dit artikel is niet in het Alters dialect beschikbaar)
24 januari 2016 was een gedenkwaardige dag. Op deze zondag werd de nieuwe Prinsenwagen onthult en gedoopt.
Een stukje historie
De symboliek waarop dit ontwerp en dus deze wagen is gebaseerd brengt ons even naar een ver verleden. Naar de “Tachtigjarige Oorlog” om precies te zijn, toen het Spaanse leger, onder aanvoering van Ambrosio de Spinola, in 1622 de vestingstad Bergen op Zoom tevergeefs probeerde in te nemen.
Vanuit diverse posities vanaf het toenmalige grondgebied van Halsteren, ondermeer vanaf het verhoogde gebied dat later de Brabantse Wal zou gaan heten, voerde Ambrosio de Spinola diverse keren zijn leger ten aanval op Bergen op Zoom. De vesting en het verraderlijke zeewater van de Oosterschelde dwongen hem op de knieën en brachten hem een nederlaag toe.
In 1962 moest de gemeente Halsteren tegen haar wil een groot stuk van haar grondgebied afstaan aan Bergen op Zoom voor de aanleg van een nieuwe haven en industrieterreinen. Het betrof onder andere de polder en het gebied hoger op de zandwal, waaronder de Spinolaberg, waar eeuwen eerder Ambrosio de Spinola zijn kampementen moest opgeven.
De S.A.C. zocht en vond een parallelle symboliek; de Alterse prins Carnaval zou voortaan Ambrosio gaan heten. De Alterse bevolking werd in carnavalstijd de bijnaam Spinolen gegeven. Het Alters carnavalssymbool de Spinool kreeg zijn gestalte; een fantasiewezen geïnspireerd op een bijzonder schelpdier met opvallende stekeltjes. Om de schouders draagt hij een grote kraag van zeewier en zijn romp is gehuld in een soort harnas van schelpen. In zijn rechterhand heeft hij een drietand zoals de zeegod Neptunus met daaraan de narrenkop (=teken der zotheid), een knapzak, een boerenpet en een zakdoek. In zijn linkerhand draagt hij drie stukken brood (Alterke Droogbrood). Zijn voeten zijn gestoken in boerenklompen met een zeil en een roer, zodat de Spinool zich zowel in zee (in de slikken) als op het hoger gelegen zand thuis voelt.
Beschrijving van de wagen
Drie Zeepaardjes zwoegen ijverig in de golven en trekken vastberaden de Prinsenwagen door Altere, met aan de leidsels natuurlijk Prins Ambrosio. Een schouwspel met historie, symboliek en carnavaleske humor.
De Zon rijst op vanuit de Oosterschelde en torst in zijn stralen een reusachtige schelp waarop Prins Carnaval en zijn Nar worden getoond. Zij worden aangemoedigd door de Spinool die ook de Spinolen langs de optocht begroet. In het zijaanzicht zien we een (Bergse) krab die handig de prikkende lans ontwijkt die er even zo gehavend uitziet als de Spaanse soldaat die hem hanteert Deze Spaanse krijgsman heeft zich ingegraven en heeft zich gecamoufleerd als de Spinolaberg. Op deze manier probeert hij zich vanuit een onmogelijke positie te verbergen voor de dreiging van “het zeemonster”.
Op carnavaleske wijze musiceert het zeemonster met allerlei zeeschelpinstrumenten en hoorns vlak boven hem samen met het volk. Zij vieren al feest om de nederlaag die de Spaanse bezetter ongetwijfeld zal lijden. Als laatste onderdeel zien we de Schulpen Carrousel met memorabele dorpsbewoners van weleer.
Memorabele dorpsbewoners van weleer
Op de grote hoorn waarop het Zeemonster blaast, heeft een overtuigende dirigent positie gekozen om alle musicerende zeewezens tot een muzikaal geheel te dirigeren. Opvallend is de enorme dirigeerstok, die een combinatie is van een zeis en een fanfarevaandel. Daarmee wordt de befaamde dorpsmusicus Verswijveren getypeerd, bijgenaamd “Maai“, de eerste dirigent van de fanfare St. Cecilia.
De Schulpencarrousel
In en op de Schulpen Carrousel heeft een aantal memorabele dorpsbewoners van weleer een ereplaats gekregen. Het waren personen die iedereen kende in die tijd, soms door het beroep dat ze uitoefenden, soms door hun tweede taak in dienst van de dorpsgemeenschap. Zoals:
Marijn Bax, van beroep schoenmaker, had als nevenfunctie lantaarnopsteker van de openbare verlichting toen er nog geen elektrisch licht was.
“De Gele de Kok”, was in die tijd overdag de enige gemeentewerker van het dorp, maar ’s nachts had hij de functie van nachtwacht. Een merkwaardige combinatie wellicht?
Sjo de Boot, werkte als baker, zoals vroeger de vroedvrouw werd genoemd, en had bij talloze bevallingen moeder en kind verzorgd en gebakerd. Vele dorpsbewoners kende zij zo vanaf hun prilste begin.
“De Knikker” werd Marijn van Eekelen genoemd door zijn kale kop. Hij was de koetsier van meneer de dokter en moest als het nodig was bij nacht en ontij met paard en koets de dokter daarheen brengen waar die nodig was.
Op de top van de Carrousel heeft LaForce, de gemeenteveldwachter, een overzichtelijke positie ingenomen. Het eventuele gespuis weet zo, dat hij in naam van de wet alles en iedereen op het rechte pad zal houden.
Henny Knoet
Ontwerper van o.a. de Prinsenwagen.