De Nar is de rechterhand van de Prins, maar is meer dan dat. De Nar is een belangrijk onderdeel van de Carnaval. De Carnaval is de wereld op zijn kop, en dat is nu precies wat de Nar doet met zijn Narrenstreken. De wereld op zijn kop zetten.
Hij is namelijk de enige Carnavalspersoon die, zonder iemand te kwetsen, op een leutige manier steken onder water kan en mag geven, over van alles en nog wat. Net zoals de Prins, komt de Nar tijdens de Sint Maarten / 11-11 viering voor het eerst naar Halsteren. Hij heeft dan ook niet zijn mooie kostuum aan, maar zijn “werk kostuum”. In de periode voor de Intocht bestaat zijn pak bestaat uit een boerenkiel met Brabants bonte zakdoek en Narrenmuts. Pas vanaf de Intocht is de Nar gekleed in zijn mooie kleding en is hij gegrimeerd. In zijn mooie kleding kun je de kleuren rood en groen vinden, kleuren die ook te vinden zijn in het Gemeentewapen van Halsteren. Verder draagt hij lage witte punt laarzen en op zijn hoofd een Narrenmuts met 3 ezelsoren. Zijn pak is ruim voorzien van bellen. Op zijn borst draagt hij het wapen van de S.A.C. Aan zijn handen draag hij rode handschoenen.Tijdens de Carnavalsdagen draagt de Nar zijn Narrenstok bij zich. Een drietand, zoals van Neptunis (Griekse God van de Zee) en daarmee verwijzend naar De Schelde, met in het midden een Narrenkop. Op de rechter tand is een boerenpetje bevestigd, aan de linker tand hangt een knapzak met daarin Alters Droogbrood.